zondag 30 december 2012

De laatste loodjes, schrijfopdracht 364 van 29-12


Het zijn voor mij lichte laatste loodjes. Want ik ben bij… en blij. En wat is vooral de laatste maand snel voorbij gegaan. Het is omgevlogen!

Mijn gevoel hierbij is wel wat dubbel. Ik heb al een paar maanden het gevoel dat ik er weer eens van los moet komen, want er kwam een toenemende druk op te staan, waar ik soms erg tegenaan liep. Maar het schrijven op zich is wel een verslaving geworden die ik eigenlijk niet meer wil (kan) missen. Het gevolg is dat ik er ook tegenop zie om ‘ermee klaar te zijn’. Ik ga straks namelijk ook mijn dagelijkse dosis ‘genieten’ kwijtraken. Het genieten van opkomende gedachten en herinneringen die zich onder mijn vingers in stukjes tekst omzetten, best een wonderlijk proces als je het wat later doorleest.
Wat zal het me een bijzonder gevoel geven als ik ooit alle verhalen op een grote stapel papier uitgeprint zie, want het zal me daar een dik pak geworden zijn! Mijn (klinkt lekker) boek wordt een echte ‘dikke pil’ zoals mijn moeder vroeger dikke boeken noemde. Wat jammer dat zij mijn verhalen niet meer kan lezen. Ik denk dat ze er van genoten had.
Ik ben heel trots en blij dat ik het ‘volbracht’ heb, maar meteen bekruipt me een gevoel van: wat ga ik hierna doen op schrijfgebied? Uit dit jaar blijkt toch wel dat ik een bezield schrijfster ben en er dagelijks veel plezier aan beleef. Ook zelfs op momenten dat ik er nauwelijks tijd voor had, pakte het onderwerp me beet en kon ik me even van andere dingen afsluiten; dat was een mooie bijkomstigheid van het schrijven! Dagelijks gegrepen worden door de opdracht, en ik rustte meestal niet voor het af is.
Al schrijvende merk ik dat ik half in verleden tijd en half in het heden schrijf, want ik ben nog net niet ‘klaar’.
Ik heb nu nog het gevoel dat ik niet zonder opdracht kan schrijven, dat ik geen haalbaar doel kan bedenken voor de toekomst. Duidelijk is wel: ik wil verder, hoe dan ook. Ik wil de gewoonte van het schrijven gaan doorzetten, na een korte periode van afstand nemen (even loskomen, een klein sabbatical). Misschien komt er dan door wat rust in mijn hoofd wel een mooi schrijfdoel bovendrijven.
Ja, het blijft vreemd om aan het einde te zijn…
                                                                                                                                   Anja








maandag 26 november 2012

Ik roddel niet! schrijfopdracht 331, 26-11


Natuurlijk roddelen wij wel…
Iedereen doet het in zekere mate. Over iemand praten, loopt al gauw uit op roddelen. Het is niet fraai, maar zo gaat het. Ik heb zelf ook vaak gevoeld wanneer ik ergens wegliep: zodra ik buiten gehoorsafstand ben, krijg ik een (roddel)beurt. Je ziet/merkt/voelt het wanneer je zelf ‘slachtoffer’ bent, het kan ook op pesterig gedrag uitlopen.
Het begint meestal goed, maar hoe dieper de praatjes over iemand gaan, loop je de kans, dat het ‘praten over’ roddelen wordt. Roddelen is volgens mij: dingen doorvertellen die je vaag over iemand hebt gehoord, maar waarvan je bij die persoon niet geverifieerd hebt of het verhaal wel op waarheid berust. Het verhaal wordt bij elke doorvertelling vetter en vetter. Dat kan vervelende gevolgen hebben.
Ik heb zelf bijvoorbeeld vroeger eens een vriendin aan de telefoon gehad die mij geprikkeld vroeg waarom ik haar eigenlijk niet had ingelicht over onze scheidingsplannen. Zij had het hele verhaal van een neef, en die had het van.. en die had het van (ik heb die neef later nog gebeld, maar het werd zo’n raar verhaal). En dat was lang voordat wij ooit zelf maar enige echtscheidingsplannen hadden! We hebben er later nog om gelachen, maar ik vond het vreselijk dat er zo over me gepraat werd. Dat er onwaarheden over me werden verteld.
Na mijn scheiding had ik ook altijd het gevoel dat ik onderwerp van roddel was. Iedereen wilde me ook altijd uithoren over mijn ‘vriendjes’ en mijn spannende singleleven. Want ik had een leuke vriendenkring. Mannenvrienden waren voor mij veel prettiger, die roddelen niet zo als vrouwen. Ik vroeg collega’s weleens als tegenvraag: en hoe is het dan met jullie liefdesleven? als ik hun vraag beantwoord had, maar dat was not done. Zelfs nu na jarenlange relatie wordt er nog gevraagd: heb je je vriend nog? Terwijl ik het niet in mijn hoofd zou halen om naar hun huwelijk te vragen. Raar toch?                                                                          
Natuurlijk probeer ik me er zelf buiten te houden.. Ik haat het stiekeme sfeertje dat er heerst onder roddelaars. Op de werkvloer heb ik ook wel eens zo’n kringetje gekend. Als er tijdens de lunch iets op tafel kwam dat ik af kon zwakken, dan liet ik dat niet na. Maar daardoor werd ik zelf weer bespot. Ik zag het altijd aan blikken die ‘ze’ elkaar toewierpen. Dat is misschien ook de reden dat ik graag (liefst) alleen werk en ook in deze werkkring niet per se met allerlei collega’s hoef te lunchen. Ik ben daar weleens demonstratief met mijn vingers in mijn oren gaan zitten omdat ik geen kwaadsprekerij wilde horen, en ze maar door bleven gaan.. Of een krantje gepakt, maar je aandacht wordt toch getrokken door dat geouwehoer (excuse le mot), of je wilt of niet. Dus ja… ik had er weleens last van. Dan stond ik wel op en ging weer aan het werk. 
Je moet je weleens ergens voor afsluiten. Kunt niet de hele wereld verbeteren..  
                                                                                                                                     Anja

donderdag 8 november 2012

Verhaal naar aanleiding van schrijfopdracht 306: De maand november

November

De maand november? Daar vind ik niets aan. Het is een griezelige, enge, donkere maand. Het wordt ook al kouder en dat snijdt door mijn blote huid heen. De zomer, dat is pas fijn, de maanden juli en augustus, als het zo heerlijk heet is. En dan verkoeling zoeken onder een paar bomen, of gewoon in het koele gras. Het gras kriebelt heerlijk op je huid en met mijn neus snuif ik de geuren op. Op de boerderij waar ik woon is altijd wel een lekker schaduwplekje te vinden. Nu in november blijf ik het liefste binnen. Ik ben door die heerlijke zomer een flink aantal kilo's aangekomen, maar dat geeft niets. Ik eet zoveel mogelijk om lekker vol en rond de koude winter in te gaan, dan blijf ik lekker warm en heb ik voldoende reserve en weerstand. Trouwens, al mijn zussen en broertjes (we hebben een groot gezin van 16!) zijn allemaal aan de mollige kant. We hebben nu eenmaal aanleg om snel dik te worden, een familietrekje.

Maar eerst moet ik die vreselijke novembermaand zien door te komen. Het is al een tijdje onrustig op het erf. Ik vertrouw het allemaal niet. Mijn zus voelt het ook al en houdt de boel goed in de gaten. Dan zien we ineens die enge man weer. Vorig jaar was hij er ook en daarna hebben we een andere zus van ons, degene die het allerdikste was, nooit meer teruggezien….. Wij denken nog altijd dat hij haar meegenomen heeft.

Nu loopt hij met een touw op het erf rond en loert naar ons. Ik en nog een zus van me vluchten snel een hok achter de schuur in. Mijn andere zussen hebben niets door en voordat we ze kunnen waarschuwen pakt die man een van mijn zussen beet. Die gilt het uit van de schrik en wil wegrennen. Maar de enge man bindt haar snel met het touw vast en onze knecht helpt hem nog ook daarbij, want mijn zus geeft zich niet zomaar gewonnen. Tussen de kieren van het houten hok kunnen mijn zus en ik alles volgen. We zijn heel erg bang en durven niet eens te gillen, zoals mijn andere zussen doen die snel alle kanten oprennen. Wij houden ons doodstil, bang om ontdekt te worden.

Ze slepen haar naar een houten schot op blokken en binden haar daarop vast. Mijn zus gilt het uit van angst en pijn als een mager speenvarken. We durven eigenlijk niet meer te kijken door de spleten heen maar hoe angstig het ook allemaal is, het is tegelijkertijd ook heel spannend en we willen ook wel weten wat er met onze vorige zus nu eigenlijk gebeurd is . Dan zien we de enge man ineens een groot mes pakken en met een stevige haal steekt hij mijn zus in haar keel. Nog een laatste ijselijke kreet, het bloed spuit eruit en dan is het stil. Wij zitten nog steeds in het hok verstopt en durven er niet meer naar te kijken.

Dan ineens zien we de laarzen van de knecht door een gat in een van de onderste planken van het hok waar we nog bibberend in zitten. “Ik heb jullie wel gezien hoor”, lacht hij vals. “Volgend jaar is een van jullie aan de beurt. Dan maken we soep van jullie oren neuzen en worst van jullie darmen. Als er honger is, eten we tenslotte alles en we beginnen met jullie meiden….” We gillen het uit van schrik en vluchten het hok uit, langs de laarzen van de knecht waar ik het bloed van mijn zus nog op zie zitten.

Ik weet het zeker, hier krijg ik nachtmerries van. Ik zie allemaal mensen sjouwen met Keulse potten en houten kuipen. Mijn onfortuinlijke zus hangt inmiddels ondersteboven op een ladder en haar ingewanden worden er uit gehaald, en het bloed opgevangen. Nu weet ik dus wat die enge man ieder jaar komt doen. Nu weet ik wat er in die bakken met zout zit die in november in altijd in de gang staan. Nu weet ik wat er precies aan de zoldering te drogen hangt of in de ingebouwde spekkast in de schoorsteen gerookt wordt. Het is ons eigen vlees en bloed! Dit jaar ben ik de dans weer ontsprongen. Ik heb geluk gehad. Misschien ga ik op dieet. Want ze pakken wel steeds een van de dikste zussen eruit, valt me op. Als ik volgend jaar november heel mager ben, pakken ze mij misschien niet. Ik wou dat ik nooit als varken geboren was… Ik haat de novembermaand, de slachtmaand!
                                                                                                                             Nellie 

zaterdag 20 oktober 2012

De Sprookjes van Grimm en Andersen n.a.v. schrijfopdracht 292

We waren niet gelovig en wat voor de buren de Bijbel was, dat was voor ons het sprookjesboek en het verhaal van Piggelmee. Zij hoorden van Adam, Eva en de slang, wij van Roodkapje en de Boze wolf en de zeven geitjes. Die vroegen aan de wolf om zijn poot onder de deur door te steken. Met wat wit
meel leek het net de poot van moeder geit. En ja, ook het verhaal van de kleren van de Keizer. Die verhalen bevatten wijsheden, humor en spanning. Ze maken je wijzer dan het sprookje van “Boer zoekt vrouw”. 

In die tijd was het voorlezen van een verhaal en het kijken naar een illustratie iets om naar uit te kijken. Ik vond het jammer als het verhaal was afgelopen en je moest gaan slapen. Het sprookjesboek en de illustraties die er in stonden. Alles staat in mijn geheugen gegrift. Er stonden mooie, enge en moeilijke sprookjes in. Op de omslag stonden verschillende tekeningen. De rug van het boek was kapot, zo vaak was er uit voorgelezen. Ik baal nu dat ik het niet meer heb.

Ook genoot ik van het verhaal van Piggelmee en het tovervisje, en van al die verhalen ben ik wijzer geworden. Het was een deel van mijn opvoeding, nog belangrijker dan de lepel met levertraan of het uitspoelen van de zeep uit je haar met een beetje warm water en azijn.

Eén keer ben ik tijdens het voorlezen met mijn kop op de punt van de salontafel terecht gekomen. Op die tafel lag ter bescherming een glasplaat. Mijn vader wilde tijdens het voorlezen een slok koffie nemen. Daardoor bracht hij mij uit mijn evenwicht. Ik werd hevig bloedend naar de badkamer gebracht, waar mijn zuster in plaats van ontsmettend waterstofperoxide, bijtende aceton op een watje deed. Ik heb vijftig jaren later nog altijd een klein litteken boven mijn linker oog. Een dierbaar litteken, want het herinnert mij eraan dat ik werd voorgelezen.
                                                                                   Aart






donderdag 11 oktober 2012

Een nieuwe Wet (n.a.v. schrijfopdracht 280. Boordevol alliteratie!)


Wie Wil een Wereldwijde Wet ontwerpen
Die Woekeraars in de top van 't bankwezen verbiedt
Om Weg te komen met Waanzinnig grote bonussen
Die eerlijk Werk wil Waarderen en beloont
Een Wet Waar zelfverrijking Wordt verboden
Een Wet  die eerlijkheid moet Waarborgen
Wij Wachten al zo lang, laat het ons Weten
Wie, o Wie ontwerpt die Wet?

Anneke 

zondag 7 oktober 2012

Je verdiende loon

Schrijfopdracht 281: Herinner je je nog hoe jij je eerste loon of salaris ontving? Het kan een vakantiebaantje zijn geweest of een serieuze baan. Kreeg je het in een loonzakje, compleet met strookje waarop de berekening stond. Of werd het op je giro- of bankrekening gestort? Hoe is dat in de loop van de tijd veranderd?

Mijn eerste verdiende loon dateert van diverse baantjes tijdens de school-vakanties. Zo verdiende ik met uien rooien aan de voet van het voormalige eiland Schokland in de Noordoost Polder zo'n zestig gulden per week. Een heel bedrag halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw. Maar daar moest je dan ook behoorlijk voor afzien. Om vijf uur 's morgens stapte ik in Kampen op de fiets om op tijd - zes uur - te kunnen beginnen. Dat werk ging - de lunchpauze inbegrepen - door tot vijf uur 's middags. Op vrijdagmiddag kwam de boer naar het land. Dan werd je contant uitbetaald naar het aantal volle zakken uien dat je de afgelopen week had ingeleverd. Dat werd allemaal keurig bijgehouden en je kreeg er ook elke week een keurig loonbriefje bij.

In die jaren heb ik ook diverse keren bij bollenkwekers in de polder gewerkt. Dat leverde minder geld op dan "in de uien", maar hoeveel weet ik niet meer. Het leukste zomervakantiewerk vond ik trouwens bij Van Dijk's Boekhuis in Kampen, tegenwoordig marktleider op het gebied van school- en studie-boeken. Daar heb ik twee achtereenvolgende zomers gewerkt. Ik moest er boeken prijzen en bestelorders klaar maken. Het was in tegenstelling tot het uien rooien schoon werk en je werkte er ook samen met meer gelijkgestem-den. Allemaal scholieren uit het voortgezet onderwijs en soms zelfs ook van dezelfde H.B.S. Elke week werd het loon contant uitbetaald, vergezeld van een loonbriefje. En het was ook nog dichtbij huis. De boekhandel was toen nog gevestigd aan de Oudestraat en de bedrijfspanden liepen naar achteren door tot in de Hofstraat.

In mijn militaire diensttijd ontving ik na het overlijden van mijn vader kost-winnersvergoeding. Die "soldij" werd elke vrijdagmiddag uitbetaald, voordat je met weekendverlof ging. Die uitbetaling gebeurde contant op het kantoortje van de compagnie waartoe ik behoorde. Ik moest dan bij de sergeant-majoor administrateur tekenen voor ontvangst. Ik weet niet meer hoe hoog dat wekelijkse bedrag was.

Mijn eerste loon van mijn eerste echte baan ontving ik van de Erven J.J.Tijl, destijds uitgever van de Zwolse Courant. Ik werkte toen op de streekredactie Noordoost-Veluwe in Epe, waar ik ook woonde. Dat maandsalaris werd over-gemaakt op een bankrekening en daartoe opende ik in 1970 mijn eerste privé-bankrekening. Bij de Raiffeisenbank in Epe. Dat bankmapje heb ik nog steeds. Die bank is in 1972 samen met de Boerenleenbank opgegaan in  de Rabobank. De loonbriefjes werden elke maand per post opgestuurd naar het redactiekantoor in Epe. Ik weet nog, dat mijn eerste maandsalaris een kleine 500 gulden was. In 1972 ging ik werken bij de Drents-Groningse Pers in Emmen en daar heb ik de eerste maanden mijn maandsalaris contant uitbetaald gekregen. In een bruin loonzakje met loonstrookje. Later werd het op mijn bankrekening overgemaakt, maar het smalle loonstrookje bleef.

In 1973 ging ik werken bij de Amersfoortse Courant/Veluws Dagblad, destijds uitgegeven door Drukkerij Onnes in Amersfoort. Dat bedrijf had geregeld, dat alle werknemers een rekening kregen bij de ABN, later opgegaan in ABN/Amro. Vanaf begin jaren zeventig dateert dus mijn bankrekening bij die bank. En vanaf die tijd dateert ook mijn privé-bankrekeningnummer dat ik uiteraard kan dromen. Ik heb dus al bijna veertig jaar hetzelfde bankrekeningnummer. De overboeking ging vergezeld van een maandelijks loonafschrift, dat per post werd toegezonden. Toen ik ging scheiden moest deze en/of-rekening (hij stond ook op naam van mijn ex-vrouw) worden overgezet op alleen mijn naam. Mijn "ex" moest een nieuwe bankrekening nemen. Toen ik halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw ging werken bij het ANP, destijds gevestigd in Den Haag, nam ik mijn bankrekening mee naar het ABN/Amro-kantoor aan de Statenlaan in Den Haag. Officieel loopt die rekening daar nog steeds. Ook het ANP maakte maandelijks het salaris over naar die rekening. De bijbehorende loonafschriften kregen we elke maand op de redactie uitgedeeld. Die afschriften waren allang niet meer het simpele smalle loonstrookje van weleer, maar hadden inmiddels de omvang van bijna een A4tje gekregen, vol met tabellen, aftrekposten, percentages, loonheffingen, pensioenafdrachten en wat dies meer zij. Het enige wat duidelijk was, dat was het netto bedrag, het geld dat je daadwerkelijk "in het handje" kreeg.

Toen ik als kleine zelfstandige ging werken, was het met deze gelikte proce-dures afgelopen. Elke maand boekte ik dan een bedrag over van mijn inmid-dels geopende zakenrekening naar mijn aloude privé-rekening.  Een soort vestzak-broekzak-gebeuren. Geen loonstrookjes, geen overzichten, geen eindejaarsuitkering, geen vakantiegeld, helemaal niks om je leven op te vrolijken. Laat staan een kerstpakket. Moet je jezelf een kerstpakket geven?

                                                                           Willem Franssen

maandag 24 september 2012

n.a.v. schrijfopdracht 266: 'Hardlopen is doodlopen'


Hardlopen is doodlopen
Deze uitdrukking gebruikte mijn vader altijd als iemand enthousiast met iets begon, maar gaandeweg vermoeid raakte en de neiging kreeg om niet door te gaan, iets niet af te maken. We hebben nog precies honderd schrijfopdrachten te gaan. Ben jij nog steeds enthousiast? Heb jij wel eens de neiging om hier niet meer door te gaan? Wat houdt jou op de been, met schrijven?

Ik heb nog geen enkele dag neiging gehad om ermee te stoppen…
Wel voel ik soms een druk, maar dat is gewoon een optelsommetje van allerlei puntjes, heeft niet echt iets met het willen schrijven, het schrijfplezier te maken..
Het schrijven gaat bijna vanzelf. Zodra de nieuwe schrijfopdracht binnenloopt begin ik soms al..
Ik kan het gewoon niet laten, heb al vaker gezegd: dat zal nog flink afkicken worden! En ik wist dat we er nog honderd moeten gaan, wil je er hartelijk mee feliciteren, Mia. En wil ook weleens vragen hoe het met jou gaat , heb jij er nooit de balen van? Al die verhalen en dan nog zoveel keer over hetzelfde onderwerp, en dat dagelijks, een jaar lang… Respect! Ik vind het ook zo knap dat je het volhoudt.. Ook jij zal wat druk ervaren. Elke dag een onderwerp bedenken.
Ben ook zo gewend geraakt aan je feed-back, zit er soms gewoon op te wachten. Als een kind die op school zijn tentamen heeft ingeleverd…. Maar het voelt zeker niet als huiswerk hoor, het is veel leuker!
Soms denk ik dat ik te veel wil schrijven, en dan krijg ik neiging om te gaan schrappen, maar meestal stuur ik weg wat ik getikt heb..Ik lees het ook nauwelijks nog na. Wel als ik het terug krijg, dan lees ik het nog weleens door en kijk er dan anders naar dan toen ik het schreef. Het verrast me zelf weleens en dat vind ik ook een feest!
Trouwens… als ik het niet leuk vond was ik er allang mee gestopt! Zou ik het echt niet zolang volgehouden hebben, het is gewoon liefde.. houden van..
Dit vrij naar mijn vriend: als ik hem namelijk vraag of hij mij nog lief vindt, of hij nog van me houdt: dan zegt ie in allerlei variaties iets als: natuurlijk schat, neem maar van mij aan dat ik je anders allang de straat op gegooid had… Lief he?
Anja


maandag 17 september 2012

Mijn eerste baantje (n.a.v. schrijfopdracht 260)


Ik was vijftien jaar en zag in het regionale weekblad een advertentie staan  waarin een noodhulp werd gevraagd in een bekende bakkerij. Het was maar voor een maand en dat leek me wel wat want het was vakantie en ik wilde wel even wat  geld verdienen. Als communicatief ingesteld meisje leek het me leuk om mensen te woord te staan en natuurlijk al die lekkere koekjes en gebakjes te verkopen.

Op de advertentie hadden twee personen gesolliciteerd; een vrouw van vijfenvijftig jaar en ik, het meisje van vijftien jaar, die uiteindelijk uitgekozen werd. De bakkersvrouw verwachtte een baby en het winkelmeisje was ziek dus hadden ze een noodhulp nodig. Ik werd helemaal opgenomen in de zaak die bestond uit vader, moeder, drie kleine kinderen waaronder een ondeugend jochie van vijf jaar, vier bakkersknechten en een oude bakker. Het was gezellig in de kamer achter de winkel waar alles aan me werd uitgelegd.

Het was een drukke zaak en ik stond samen met de bakkersvrouw achter de toonbank. In de hoek achter de toonbank stond een broodsnijmachine waar ik al meteen mee aan de slag ging. Het eerste brood mislukte want het was te vers dus leerde ik even te wachten tot de broden afgekoeld waren. Ik verkocht al gauw brood, puntjes, gebakjes, koekjes en chocolaatjes. Het water liep me soms in de mond, de bakker had gezegd dat ik mocht nemen wat ik wilde maar toch durfde ik dat niet zo. Het verkopen ging me al gauw goed af en ik maakte praatjes met de vaak vriendelijke klanten. Een oude heer kwam iedere week een suikerbrood kopen. Dat was de specialiteit van deze Friese bakkerij. Hij vond dat ik op een echte Friezin leek want ik was lang en had donker haar, ik liet het maar zo want hij vond het leuk om dat van mij te kopen. Op zaterdag stond ik samen met de bakkersvrouw de hele dag achter de toonbank want het was een goed lopende zaak. Aan het eind van die dag ging ik naar huis met een grote zak overgebleven suikerbrood, bolussen, gevulde koeken, puntjes, krentenbollen maar ook wel eens snoepjes en drop. De bakker wist dat we thuis een groot gezin hadden en dacht dat we dat wel konden gebruiken. Ik zie nog de glunderende gezichten van mijn broertjes die me op zaterdagavond bij het tuinhek op stonden te wachten. "Wat zit er vandaag weer in die zak?" Het was op hun gezichten te lezen.

Op de dag dat de baby geboren was werd ik 's-morgens om half zes uit mijn bed gebeld door een van de bakkersknechten; de karren moesten worden gevuld met bestellingen. Slaperig zat ik achter op zijn fiets en toen ik aankwam in de winkel werd ik ingehaald als een heldin. Leuk was dat! Maar toen werd het zaterdag, de klanten stonden tot buiten in de rij te wachten want ik stond er eerst alleen voor. De bakker kwam me gelukkig te hulp en later ook twee knechten. Maar het was allemaal gelukt en ik was trots! Ik had het erg naar mijn zin en vond het jammer dat de tijd om was want het winkelmeisje was weer opgeknapt en de bakkersvrouw ook. O, ze wilden me graag houden maar dan voor andere werkzaamheden maar daar had ik echt geen zin in en ik ging weer naar school.

We namen nog moeizaam afscheid en de bakker zei:" Wat zijn we blij dat we dat meisje van vijftien jaar hebben uitgekozen."
Uit nostalgisch oogpunt gaan we tegenwoordig regelmatig lekkere broodjes, suikerbrood en gebak kopen in deze winkel. De bakker en zijn vrouw zijn overleden maar het ondeugende jochie van vijf jaar bestiert de zaak; nu met grijze haren en nog steeds dat ondeugende lachje op zijn gezicht. Het is er nog niet van gekomen maar ik wil hem nog eens spreken over de tijd van toen.
                                                                                                           Anneke

Hij zal het vast ook leuk vinden om deze tekst te lezen, Anneke!  Mia

vrijdag 14 september 2012

Cadeautjes geven, n.a.v. schrijfopdracht 235

In de familie van mijn vrouw was het altijd de gewoonte om als er iemand jarig was diegene met z'n allen een cadeau te geven. Dat was geen sinecure, want mijn vrouw heeft een grote familie met elf broers en zusters. Als er dan besloten was wie het kado ging kopen, moest er ook nog eens geld worden ingezameld. Erg lastig en tijdrovend allemaal, zodat er besloten werd om het anders te gaan aanpakken. Voortaan werd er geloot, zodat één persoon voor een ander familielid een cadeau kocht, namens de hele familie.
Dat systeem werkt perfect, maar het is wel erg saai. Onze familieleden geven graag aan wat ze cadeau willen hebben en dat gaat dan van een nieuwe wc-bril tot een randjesafsteker voor in de tuin. En sommigen gaan zelfs zo ver, dat ze gewoon het geldbedrag willen hebben. Nou, daar hadden mijn vrouw en ik dus geen zin in. Wij wilden gewoon iets leuks geven. Maar ja, wat geef je aan zo'n stel houten Klaasen? We kwamen op het idee om de jarige met echtgenoot maar eens mee naar het theater te nemen. Ze komen dan eerst bij ons eten en daarna gaan we naar een voorstelling die wij hebben uitgezocht. Het is eigenlijk wel een beetje boven de begroting, maar ik moet zeggen dat het zeer gewaardeerd wordt en dat maakt weer veel goed. Ik heb intussen wel gemerkt dat men hoopt door mijn vrouw of mij getrokken te worden als de jaarlijkse loting weer plaats vindt, want onze cadeaus zijn waarlijk populair geworden.
Het is alleen raar dat er nog nooit iemand op het idee is gekomen om ons voorbeeld te volgen. Zelf moeten we het dus altijd doen met een boekenbon of iets anders nuttigs.
Dick

woensdag 5 september 2012

Zorgeloos (verhaal n.a.v. schrijfopdracht 239)


Die heerlijke tijd van je lagere schoolperiode. Zo zorgeloos. Geen enkele weet van wat nog komen gaat. Je hoeft je thuis en op school alleen maar aan de regels te houden. Verder heb je nog geen huiswerk of andere verplichtingen die je niet kan overzien. Je weet hoe de dag in elkaar zit, hoe laat er gegeten wordt, hoe laat je naar bed moet. Je weet met wie je kunt spelen, waar je kan spelen, waar en hoe ver je wel en niet mag komen. Je kunt na schooltijd de hele dag spelen. Er hoeft bijna niets. Hooguit je kamer opruimen en je bed opmaken en op tijd thuis zijn voor het eten. Verder heb je alle ruimte om zorgeloos te spelen. Weinig verkeer, dus weinig gevaar. Geen bendes of enge mannen in de wijk. Geen oorlog, geen honger, geen echte armoede. Wat een vrijheid, wat een zorgeloze tijd.

Niemand die je wijst op de nare dingen in de maatschappij, geen krant, geen computers. Wel een tv, maar die gaat aan voor journaal voor mijn ouders en kinderprogramma' s zoals de Fabeltjeskrant en dan naar bed. Later keken we ook Stuif es in, Ren je rot en andere onschuldige kinderprogramma's. We hadden nauwelijks een idee van de ellende in de rest van de wereld. Spelen was het allerbelangrijkste, zelf dingen bedenken, rolschaatswedstrijdjes organiseren, tenten bouwen van oude lakens, cowboytje en indiaantje spelen bij een vriendinnetje met een pony. Wat was het leven toch heerlijk onwetend en dus zorgeloos. Je bent blij met wat je hebt en wie je bent, want je weet niet beter. Je wilt niet meer, je wilt niet anders. Zo is het precies goed. Geen verantwoordelijkheden, geen zorgen.
Zo hoort een kindertijd te zijn.

Want daarna is het met het zorgeloze leventje gedaan. Schooltijd wordt anders; huiswerk, tentamens, examens. Het wordt ineens belangrijk hoe je er uit ziet, bij wie je hoort, hoe je jezelf gedraagt, wát je draagt zelfs. Je komt meer te weten over hoe zaken in elkaar zitten, relaties, echte vrienden, ziektes en dood komen dichterbij. Verliefdheden, liefdesverdriet, opleidingskeuze, beroepskeuze. Je krijgt verantwoordelijkheid over je eigen leven en dat van een ander, misschien wel van een gezin. Je werk en inkomen worden belangrijk. Dat geeft allemaal zorgen, zorgen om je kinderen, zorgen om je gezondheid. Zorgen om je baan, zorgen om de problemen in de wereld, zorgen om het milieu, zorgen om de politiek, zorgen om het onrecht in de wereld, kinderarbeid, mishandelingen, martelingen, oorlog en misdaad. De lijst wordt eindeloos lang....

Ik verlang wel eens naar de periode dat ik nog een zorgeloos klein kind was. De vrijheid van weinig weten en vooral onbezorgd kunnen spelen. Je hebt nog fantasieën en dromen over later als je groot bent. Er wordt nog voor je gezorgd, je hoeft nog niet te zorgen voor anderen.  Hopelijk kunnen veel mensen terugkijken op minstens één zorgeloze periode in hun leven. Soms denk ik wel eens om me nergens meer zorgen over te maken. Maar dat lukt nooit helemaal, het hoort nu eenmaal bij het leven in een wereld met veel andere mensen. Wel bepaal je zelf de mate waarin zorgen je leven beïnvloeden. Als het te gek wordt dan vlucht ik in gedachten weer even naar die heerlijke zorgeloze tijd van toen…..

Nellie


woensdag 15 augustus 2012

Veranderingen, n.a.v. schrijfopdracht 226


Als het om zomerweer gaat dan is Nederland een goede oefenschool voor het omgaan met veranderingen. Een zomerdag kan zo maar veranderen in een herfstdag. We rijden in augustus door de duinen en zien de bomen al verkleuren. Bij het strand aangekomen gaat het na een uur regenen. Teleurgesteld spoeden wij ons huiswaarts. Zo lang het niet gaat om noodweer met hagelstenen zo groot als tennisballen, dan valt het allemaal wel mee. Degenen die naar Spanje gevlucht zijn, claimen een schadevergoeding vanwege de verlammende hitte… Als het om ingrijpende veranderingen gaat, dan moet de levenskunstenaar in ons aan het werk. De levenskunstenaar leeft in het moment. Hij/zij kan loslaten, niet alleen verstandelijk maar totaal.

We leven in één van de rijkste landen op de wereld waar alles goed geregeld is en kunnen daardoor al moeilijker omgaan met tegenslag. We leren dat we als vanzelfsprekend overal recht op hebben. We zijn verworden tot veeleisende consumenten. We verkeren in de illusie dat we alles onder controle kunnen houden: we leren voor een examen, we leven zo gezond als mogelijk, we melden ons niet ziek en doen ons best op het werk. En toch kan het anders lopen; we ontkomen niet aan ziekte en andere tegenslag. En laat ik het nu in het vervolg bij mijzelf houden: Ik geef eerlijk toe dat ik de neiging heb om de regie te hebben. Relativeren en humor zet ik in als het anders loopt en ik besef heel goed dat ik lang niet alles in de hand heb.

Door schade en schande ben ik wijzer geworden maar ondanks dat beheers ik de kunst van het loslaten nog maar een heel klein beetje. Voor mij is de grootste boosdoener angst. Voor een deel is die angst een drijfveer om geen onverantwoorde dingen te doen die mijn gezondheid, relaties of mijn carrière schaden. Dat is tot op zekere hoogte een positieve kant. Dat wat mij in de weg zit is de verlammende kant van die angst. Ik ben vaak bang dat men mij niet mag, dat ik buitengesloten word, dat ik alles zal verliezen wat ik heb opgebouwd, dat ik langzaamaan aftakel en ziek en eenzaam aan mijn einde kom. Verder besef ik dat anderen in meer of mindere mate ook aan die angsten lijden. Dit besef maakt dat ik goed in contact kan komen met anderen, wat ook wel weer positief is.
Blijft voor mij de uitdaging om met die angst te leven of liever nog die angst kwijt te raken en fijn te leven en nu nog mooier: ook fijn te sterven!

Fijn te sterven!? Dat zeg ik wel met veel bravoure maar komt dit nu echt uit mijn hart en hele wezen? Toch ligt hierin het grootste deel van de uitdaging. Wat er ook gebeurt: uiteindelijk zal ik aan alles moeten sterven en daar kan ik beter vanaf vandaag mee beginnen. Ik weet dat ik van het leven kan en wil genieten. Van mijn naasten, van alles wat de natuur geeft. Dat ik ook graag iets voor anderen wil betekenen. Dat zal beter gaan door nu al te beginnen met loslaten, zoals een herfstblad het verkleuren niet tegen kan houden. Uiteindelijk dwarrelt het op de wind naar de grond en gaat weer op in het geheel. Daarom vinden wij dat zo mooi naarmate wij ouder worden.

Aart

zondag 5 augustus 2012

n.a.v. 'Nog zo’n taalspelletje' een bijdrage van Anja


Schrijfopdracht nr. 217
Vandaag weer zo'n spel met woorden! Maak een zin – weer liefst zo lang en logisch mogelijk – waarbij elk woord met een en dezelfde letter begint. We nemen de letter h (gelukkig begint een bepaald lidwoord ook met een h, dat maakt de opdracht iets minder moeilijk). Doe je best! De beste zet ik weer op mijn website. Hoera!

Halverwege…hoera: haast heksende hoofstukkenschrijvers hebben hun herinneringen hervonden: hilarisch, hemels, heftig, hypnotisch, heel veel hebben hopen herrie holderdebolder herbeleefd; het helemaal happy herbeschreven: hieperdepiephoera hiervoor: hulde.., hopelijk haalt het hoopje helden handig (humoristisch) het heidens helftje hierna…; hulpvaardig houdt hun helpende hand (hun hartelijke heerseres) het hoofd helemaal helder (honderden historische hoofdstukken, hoe houden haar hersenen het..?)
Anja


vrijdag 27 juli 2012

Oude Man aan zee (n.a.v. de schrijfopdracht van 25-7: Maak deze zin af, zo lang en zo logisch mogelijk: Omdat het op deze gewone werkdag stralend mooi zomerweer was, besloot ...

Oude Man aan zee

Omdat het op deze gewone werkdag stralend mooi zomerweer was, besloot de Oude Man met rugzak op blote voeten langs de vloedlijn zuidwaarts te wandelen langs de drukte van het Noordwijkse strand naar de rust een paar kilometer verderop waar hij op een handdoek gezeten genoot van het geluid van de branding terwijl iemand hem vanaf de duintop schilderde op een groot doek waarop een gedeelte van het duin, het strand, de zee en de helderblauwe lucht stonden afgebeeld in alle tinten groen, geel en blauw die een mens kon bedenken en op het moment dat de Oude Man overspoeld werd door een gevoel één te worden met het geheel van kleur, geur en geluid besloot de schilder de figuur van de Oude Man te laten vervagen en op te laten gaan in de tinten geel en blauw op een schilderij, dat jaren later door een vermogende Katwijkse kunstminnaar op een veiling gekocht werd voor een astronomisch bedrag en dat door een ieder die de natuur van de zee en de duinen koesterde met open mond werd bewonderd, want nooit eerder had iemand met zoveel liefde alle kleurschakeringen die zich onder invloed van de zon openbaarden op een doek weten te treffen en de titel “Oude Man aan zee” was het geheim van de schilder en de Oude Man die toen hij zijn wandeling richting Katwijk vervolgde opkeek naar de duintop waar iemand zat te schilderen achter een grote schildersezel.
                                                                                                                      
                                                                                                   Aart
Geweldige zin, Aart! En dan te bedenken dat je hem 
nóg langer had kunnen maken (zoals je mij schreef)! Mia

vrijdag 20 juli 2012

Mijn bioscopen & films

(n.a.v. schrijfopdracht 197)
Wat bioscoopbezoek betreft ben ik relatief laat op stoom gekomen. In mijn jeugd ben ik nauwelijks of niet naar de bioscoop geweest. Ik ben opgegroeid in een protestants-christelijk milieu in Kampen. Daar werd zeer terughoudend tegen de bioscoop en - jaren later - de televisie aangekeken. Te werelds en soms te zondig. In Kampen was een knusse bioscoop in de Boven Nieuwstraat, naast hotel De Moriaan. Ik ben wel eens met mijn zuster en mijn zwager naar die bioscoop geweest. Die hadden toen verkering. Maar welke film ik daar heb gezien, dat weet ik niet meer. Die bezoeken werden oogluikend door mijn ouders toegestaan.

Uit die tijd stamt ook de geschiedenis van de film die ik nooit heb gezien: 

De Overval (1962), één van de Nederlandse filmklassiekers en handelend over de overval op de gevangenis in Leeuwarden op 8 december 1944. https://www.youtube.com/watch?v=jufIgJh_YkU  Ik zat toen net in de tweede klas van de H.B.S. en ik weet nog, dat ik vaak naar de bioscoop fietste om naar de foto's in de vitrines te kijken. Mijn vader wilde De Overval ook zien, maar in mijn herinnering was het mijn moeder die er een stokje voor stak. Niet naar de bioscoop.

Eigenaardig eigenlijk, die weerstand tegen de film en de bioscoop. Het medium bestond immers al meer dan een halve eeuw. Eind negentiende eeuw begonnen als kermisattractie en rondreizende bioscopen, in de jaren vóór de tweede wereldoorlog uitgebreid in de gedaanten van buurtbioscopen en stadsbioscopen, uitmondend in een algemeen aanvaard uitgaansverschijnsel: een "bioscoopje pikken" op zaterdagavond.

Toen ik zelf eind jaren zestig van de vorige eeuw verkering kreeg begon mijn bioscoopleven op gang te komen. Eén van de eerste films die ik toen met 

mijn "ex" heb gezien was Butch Cassidy and the Sundance Kid (1969) met het liedje "Raindrops keep falling on my head" en de beroemde fietsscène. Een film met o.a. Paul Newman, Katharine Ross en Robert Redford. We hebben die film gezien in een bioscoop in Groningen.
https://www.youtube.com/watch?v=S2OdPDEG6aQ&feature=fvwrel  Een andere hit uit die tijd: Once upon a time in the West (1968) met Henry Fonda en Claudia Cardinale https://www.youtube.com/watch?v=MNGQ1hUyx-k

Toen we - pas getrouwd - in Epe woonden, zijn we wel eens naar de film geweest in Apeldoorn en Zwolle. Daarna woonden we een jaar in Emmen en daar zijn we nooit naar de bioscoop geweest. Later streken we in Amersfoort neer en daar hebben we vaak de bioscoop bezocht. Uit die tijd herinner ik 

mij nog een anekdote. Mijn - inmiddels overleden - schoonouders waren te logeren en op een avond gingen we naar de bioscoop om de griezelfilm Sharks, deel 1 te zien. Elke keer als die kunstmatige haai uit het water opdook, of de kapitein van het bootje bij de benen greep en opvrat, gilde 
mijn schoonmoeder het uit. Middenin de bioscoopzaal.

Dat was in de jaren zeventig van de vorige eeuw. In die tijd kwam een nieuw fenomeen op: de seksbioscoop. Seksshops waren nog maar net "gelegaliseerd" en het was tijd voor de volgende stap. In politiek Den Haag leverde dat in die tijd veel debatten op. Het was ten tijde van de kabinetten Den Uyl-Van Agt en Van Agt-Wiegel. De vrij orthodox-katholieke Van Agt was eigenlijk wars van deze ontwikkelingen, net zoals hij tegen de abortuskliniek Bloemenhove en tegen de psychiatrische inrichting Dennendal was. Ik kan mij van de tv en uit de kranten nog herinneren hoe op zekere dag Van Agt, andere bewindslieden en Kamerleden op bezoek gingen bij een seksbioscoop in Den Haag. Ze kwamen er met rode oortjes weer uit, opgewacht door een horde journalisten. Eind van het liedje was, dat seksbioscopen werden toegestaan. In Amersfoort was er ook één, aan de Zuidsingel in het centrum. Daar ben ik met mijn "ex" wel eens geweest, na mijn scheiding alleen en later een paar keer met "mijn" vriendin. Er heerste altijd een broeierig sfeertje. Mannen moesten onder de filmvoorstelling, of tijdens de pauze vaak opvallend lang naar het toilet en op de achterste rijen zaten meestal Marokkaanse en Turkse stellen en echtparen. Dan hoorde je daar opeens diep gezucht vandaan komen. Die waren natuurlijk niets gewend. Flauwe aftreksels van erotiek, zoals Turks Fruit, Blue Movie, Rooie Sien en Wat zien ik waren bestemd voor de reguliere bioscopen. Turls Fruit heb ik gezien in de bioscoop tegenover het voormalige gebouw van de Amersfoortse Courant aan de Snouckaertlaan. Soldaat van Oranje (1979) is een andere film uit die tijd.

Later heb ik met "mijn" vriendin talloze films gezien in bioscopen en filmhuizen in Den Haag, Amsterdam, Haarlem, Leiden, Voorschoten en Wassenaar. De voormalige bioscoop Astra in de Langstraat in Wassenaar verdient bijzondere vermelding. In mijn beleving was dat een bioscoop zoals een bioscoop hoort te zijn. In de zaal waren geen rijen stoelen, maar er stonden tafeltjes met nummers erop. Op de tafeltjes stonden asbakken. Achterin de zaal was een podium met ook daarop enkele tafels en - vooral - een bar. De beste tafel was tafel nummer 1, op het podium, vlakbij de bar. 

Je kon tijdens de filmvoorstelling gewoon roken en drankjes drinken. Als je tafel nummer 1 had, dan kon je tijdens de film flesjes bier en glazen wijn kopen. Eén van de films die ik daar heb gezien was The Untouchables. 
In Voorschoten was een soortgelijke bioscoop, vlak naast Het Wapen van Voorschoten. Astra is verdwenen en vervangen door een net en braaf Filmhuis in de nieuwe bibliotheek van Wassenaar. In de pauze kun je drankjes kopen aan een bar in de bibliotheek en die nuttigen temidden van boeken, kranten en tijdschriften. Best leuk. Een minder leuke, zeg maar gerust slaapverwekkende, ervaring daar was het zien van de zwart-wit-film 
The Artist, handelend over een beroemde acteur die niet de overgang kon maken van de stomme film naar de geluidsfilm. Het product was in talloze recensies de hemel in geprezen, maar wij vonden het een uiterst vervelende film. Zwart-wit, zonder geluid en heel langzaam.

Een film die we vele malen hebben bekeken was Ciske de Rat met Danny de Munk in de hoofdrol. Dat was in 1984, in de tijd dat filmvertoningen nog vooraf werden gegaan door het Polygoon Journaal. Wij kwamen niet voor Ciske de Rat, maar juist voor dat Polygoon Journaal. Daar was ik namelijk in te zien, spelend op mijn gitaar. Ik had namelijk in maart van dat jaar meegedaan aan de Nederlandse gitaarkampioenschappen in Paradiso in Amsterdam en het Polygoon Journaal had daar ook van mijn optreden een opname gemaakt. 

Ik speelde daar "Steam Roller Blues".

Een film die bijzondere indruk op ons heeft gemaakt is Breaking The Waves (1996), die het verhaal vertelt over de tragische lotgevallen van een jonge vrouw in een orthodox-christelijk en zeer bekrompen Schots dorpje. https://www.youtube.com/watch?v=6hqklzvElp4      https://www.youtube.com/watch?v=8tJWk9CF08Q&feature=endscreen&NR=1  We hebben die film gezien in het Filmhuis in Leiden en na afloop liepen ons de tranen over de wangen en we verlieten diep onder de indruk de zaal.

Een mooie film vond ik ook De Avonden (1988) met Rijk de Gooijer in de rol van de vader van Frits van Egters (Echters?). Het is een verfilming van het gelijknamige boek van Gerard Reve en vertelt over het leven van deze Frits 

in een doorsnee gezin in de tweede helft van de jaren veertig van de vorige eeuw, vlak na de oorlog. De tijd dat er nog vruchtenwijn - in dit geval appelwijn - werd gedronken op oudejaarsavond. Enkele andere films die ik heb gezien: The Godfather (1972) met Marlon Brando, One flew over the cuckoo's nest (1975) met Jack Nicholson, Een vlucht regenwulpen, Op Hoop van Zegen (1986), De IJssalon (oorlogsfilm uit 1985), Het meisje met het rode haar 
(over Hanny Schaft), Eline Veere (verfilming 1991 van het gelijknamige boek van Louis Couperus), Het is een schoone dag geweest (1993, over het eenvoudige en natuurlijke leven van een boer).

Een bijzondere belevenis was het bijwonen, een paar jaar geleden, van het Heimat-weekend in het nieuwe Haagse Filmhuis aan het Spui. Daar werden alle 32 afleveringen getoond van Heimat, eine Deutsche Chronik van Edgar Reitz. Het handelt over de geschiedenis van en ontwikkelingen binnen een familie in de Hunsrück in de periode van het einde van de eerste wereldoorlog tot en met het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het geeft op een prachtiger manier een tijdsbeeld weer, een tijd zoals ik die ook nog voor een deel heb meegemaakt. Een prachtige serie films, die ook op televisie is uitgezonden en die ik in zijn geheel op (nu ouderwetse) videobanden heb opgenomen. Die films kun je steeds opnieuw bekijken zonder dat het verveelt. Kom daar nu nog eens om. https://www.youtube.com/watch?v=WhRUS4eBk-M&feature=related  Deze verfilming staat bij mij op de eerste plaats in een lange rij van andere mooie films.

Willem Franssen

woensdag 18 juli 2012

Mijn feest

Op deze schrijfopdracht van 18 juli 2012 reageerde Martha met een sprankelend verhaal!

Vandaag een beetje feestelijke opdracht, omdat het de tweehonderdste is!
Stel dat een rijke vriend je in staat stelt om een mooi feest te geven. Op geld hoeft niet gelet te worden. Dus, als alles kon: wat zou je dan voor feest geven? Wie zou je uitnodigen? Welke locatie kies je uit? Wat voor muziek wil je dat gespeeld wordt? Hoe zou het feest verlopen, denk je? 
Dit feest gaan we vieren op een schitterend cruise-schip, het schip van Prins de Lignac. Het ligt in de haven van Cannes. Ik heb onze hele familie uitgenodigd, we zijn met zo'n 17 personen. We worden thuis afgehaald met een luxe witte limousine en naar het vliegveld gebracht. Daar ligt een rode loper uit naar het toestel waarmee we naar Cannes zullen vliegen. En ook daar staat vervoer voor ons klaar om ons naar het schip te brengen, dit keer open rijtuigen met witte paarden ervoor.
Het hele schip is prachtig versierd, gepavoiseerd moet ik eigenlijk zeggen en 's avonds feestelijk verlicht.
De bemanning staat in de houding als we aankomen en 2 hoornblazers geven een welkomstconcert. Het geheel trekt natuurlijk veel aandacht van het publiek, dat zich afvraagt welk hoog bezoek er nu weer aan boord gaat.
We worden ontvangen met champagne voor de volwassenen en een sprankelend frisdrankje voor de kinderen. En schalen met heerlijke toastjes en hapjes worden voor ons binnengebracht.
We hebben Wibi Soerjadi bereid gevonden die avond tijdens het diner te spelen.
Het diner is voortreffelijk en na het dessert gaan we dansen. Daarvoor is een hele garderobe aan boord gebracht met de prachtigste creaties en in diverse maten. Zoiets moois heb ik nog nooit gedragen en ik voel me de koningin. Nu wordt de muziek verzorgd door een ensemble dat het repertoire uit de jaren 50-60 speelt en waarop we heerlijk kunnen dansen. Iedereen geniet en uren later zoeken we doodmoe ons nachtelijk onderkomen op. Prachtige luxe kamers voor iedereen en comfortale bedden.
's Morgens schuiven we allemaal weer opgewekt aan voor het ontbijt, dat ook heel uitgebreid is en door bedienden op tafel geserveerd wordt. Iedereen heeft prima geslapen en is weer in een heel goed humeur. Al moet er vandaag helaas al weer afscheid genomen worden van dit luxe leventje. We worden weer met een koets naar het vliegveld gebracht en daar staat tot ieders verrassing geen vliegtuig klaar maar een aantal zeppelins ! En daar maken we de terugtocht mee naar ons lage landje. Het is prachtig weer en het wordt een fantastische tocht. Als we landen op Rotterdam Airport staan ook daar weer de witte limousines klaar om ons naar huis te brengen. We nemen afscheid van elkaar en zullen nog heel veel terugdenken aan dit droomfeest. (of was het een droom?)

                                                                                     Martha

woensdag 4 juli 2012

Achter het hek


verhaal n.a.v. Schrijfopdracht 3 juli 2012, nr. 185 met foto van een hek met tuin erachter

O, wat een heerlijke tuin om bij weg te dromen. Ik stel me een heerlijke zomerdag voor, zo een met niet veel zon maar wel een fijne temperatuur van rond de 24 graden.
Er staat natuurlijk ook een heel comfortabele stoel annex ligbed klaar met een tafeltje ernaast.
Ik ga alleen er naar toe, maar wel met een goedgevulde picknick-mand. Natuurlijk met luxe broodjes en dito beleg, vruchtensap, één thermoskan met koffie en één met thee. En wat lekkere koeken van de banketbakker. Dan nog wat fruit, zoals een banaan en appel. Geen sterk geurend en sappig fruit, dat trekt alleen maar wespen en vliegen aan.
Ook een mooi boek en een natuur-tijdschrift gaan mee en eventueel een eenvoudig puzzelboekje voor als je even je zinnen weer op iets anders wilt zetten. En welk boek? Ik denk de zojuist door mij gekochte trilogie van Elle Eggels, waarin ik direct al ben gaan lezen en dat bevalt me goed.
Of de “Olijven-trilogie” van Carol Drinkwater, waar ik jaren geleden zo van genoten heb en die ik nog best weer een tweede keer zou willen lezen. Heel humoristisch en ook spannend door alles wat het gezin beleeft bij het opzetten van een olijvenboomgaard.
Een radio hoef ik die dag niet te horen, die gaat dus niet mee. Ook geen telefoon natuurlijk.
Ik wil genieten van alle natuurgeluiden om me heen en liefst ook zonder achtergrondgeluiden van verkeerswegen e.d.
Ik denk dat ik al lezend heel gauw ook in slaap zal vallen, maar wat is nou mooier dan in zo'n tuin weg te dromen ?
Dan neem ik ook nog een lekkere fles wijn mee voor aan het eind van de middag of begin van de avond. Mijn man komt me afhalen en samen genieten we dan nog van de laatste uurtjes in deze paradijselijke tuin.

                                                                                                             Martha

maandag 2 juli 2012

Tegenstrijdig voelen

Voelen en aanraken, schrijfopdracht 174
Als je het zintuig voelen, aanraken in je aandacht neemt, welk prettig gevoel komt dan in je op? Het kan het aanraken van een zacht dier of een babyhuidje zijn of een bepaalde stof, zoals fluweel. Noem vijf voorbeelden van een aanraking die prettig is voor je. Geef ook vijf voorbeelden van aanrakingen die onprettig voor je zijn!
De kat die al luid spinnend zijn kopje telkens tegen me aanduwt, zo lief en zacht.
Beter dan de koe bij ons achter het huis die, ook lief bedoeld, zijn slijmerige, rasperige tong over mijn gezicht haalt.

De hitte van de houtkachel, bijna tegen mijn huid aan, zo intens lekker warm.
Beter dan de koelvakken in de supermarkt waar ik zo snel mogelijk langs loop voordat de kou door me heen trekt.

De meteen warm aanvoelende stof van mijn knaloranje zachte fleecevest.
Beter dan de kille, krakende stof van mijn regenjas.

De hand die je wordt aangereikt als hulp bij het in- of uitstappen van een boot bv.
Beter dan de al te ferme handdruk van een man die zijn eigen kracht niet kent en uitgerust is met kolenschoppen, en daarbij bijna je middenhandsbeentjes breekt.

Een felicitatie of begroeting, vluchtige,luchtige, zachte maar welgemeende zoenen op je wangen.
Beter dan iemand die je in een houdgreep neemt, je wangen ondersmeert met aftershave of parfum of met ongeschoren wangen over de jouwe schuurt, met natte, harde zoenen.

Maar de allerlekkerste aanraking is van de zon op je huid. Niet onbarmhartig heet en verbrandend, maar die zachte, heerlijke warme straling die je opneemt via je huid, door je hele lijf.
Beter dan een snijdende, gure oostenwind in de winter, waarbij de kou tot op je botten doordringt en het lijkt alsof je nooit meer warm zult worden.
                                                                   Nellie



zaterdag 23 juni 2012

Betijtijd


Reactie op Schrijfopdracht 19 juni 2012, nr. 171: Verwerken

Heb je enig idee hoe jij bepaalde gebeurtenissen, teleurstellingen of verdriet verwerkt? Gaat dat je beter af dan vroeger of juist niet. Kun je een voorbeeld geven hoe je een bepaalde gebeurtenis die heel veel indruk op je heeft gemaakt, hebt verwerkt? Is het je ook wel eens niet gelukt om iets te verwerken en hoe sta je daar tegenover?

Betijtijd

Bij ‘verwerken’ is voor mij de tijd het belangrijkste. Dat is door de jaren gebleken.
Alles heeft tijd nodig, het heeft zich al zo vaak bewezen dat ik er nauwelijks over hoef na te denken…
Tijd om er niet meer over wakker te hoeven liggen, tijd om aan het idee te wennen, tijd om het allemaal minder scherp te maken, tijd om naar jezelf te luisteren en te kijken, tijd om het probleem niet meer vooraan in je gedachten te voelen, tijd om te betijen…
Een voorbeeld?’
Kies maar: echtscheiding, overlijden van moeder, kapot gaan van relatie of vriendschap, en zo heb ik zoals iedereen nog wel een rijtje… Maar het hoe en waarom is volgens mij niet zo van belang.
Voor alles geldt de regel: het kost tijd om iets te verwerken. Hoe je er ook aan werkt, wat je er ook aan doet, het kost je tijd. Betijtijd voor jezelf.

                                                                                  Anja

Anja, daar heb je een prachtig nieuw woord gevonden: betijtijd! Mia



De kortste reactie op schrijfopdracht 169!

Met champagne vier ik het feit dat ik, toen ik enigzins aan de late kant zonnebloemen zaaide, zag dat er weer kikkerdril in mijn vijvertje ligt.
                                                               Corina

n.a.v. de schrijfopdracht: maak een lange zin met de woorden champagne, kikkerdril en zonnebloemen er in


Champagne, kikkerdril en zonnebloemen

Afdeling Corporate communicatie was op het idee gekomen om de buitenlandse gasten mee te nemen naar het Van Goghmuseum en terwijl de directeur na afloop van het bezoek aan een restaurant aan de Amstel na het zoveelste glas champagne in steenkolen Engels bleef praten over de schoonheid van het schilderij “De Zonnebloemen” had hij niet in de gaten dat hij het eendekroos in de brede sloot  aanzag voor een plantsoen, waardoor de- anders zo ernstige en beleefde- Chinese gasten niet meer bijkwamen van het lachen toen ze hem drijfnat en met een mond vol kikkerdril weer vanuit de sloot op de kant trokken.
                                                                            Aart

maandag 11 juni 2012

Reactie op schrijfopdracht nr. 160: Hou je van vis?

Vis

Ik houd erg van vis, vroeger toen we als katholieke mensen geen vlees op vrijdag mochten eten hoopte ik dat de visboer op die dag langs kwam. Mijn moeder bakte dan scholletjes en tot op de dag van vandaag vind ik dat nog steeds heerlijk. Meer dan vlees is vis mijn favoriete eiwitleverancier. In een restaurant zal ik daar dan ook altijd voor kiezen. Nu is het niet goed om dit elke dag te eten dus doen we dat thuis maar twee keer in de week.

Op vakantie in Portugal aten wij op het strand gegrilde sardientjes met tomaat en daar eet ik dan mijn vingers bij op. Er wordt ook inktvis geserveerd maar dat is een van de weinige vissoorten waar ik niet van houd.

Als de nieuwe haring is gearriveerd ben ik er als de kippen bij om ze zo snel mogelijk te gaan kopen. Ik eet ze zonder uitjes want dan komt de smaak beter tot z'n recht. Ja, ik ben een echte viseter, wat dat betreft zou ik een zeedier kunnen zijn. Als ik in een dierentuin zie hoe een zeeotter met vis wordt gevoederd loopt het water me in de mond. Een beetje vreemd misschien?

Eigenlijk sta je er niet zo bij stil hoe zo'n vis aan zijn einde komt maar lang geleden moest ik er een paar "vermoorden" en dan sta je daar even bij stil.
In ons vorige huis hadden we een slootje achter de tuin. Het was stromend water en bevatte veel vis zodat menig hengelaar daar zijn stekje had gevonden. Onze zoon was een jaar of twaalf en wilde ook graag een hengel met toebehoren voor zijn verjaardag. Toen hij deze ging gebruiken haalde hij regelmatig een visje naar boven. Op een keer haalde hij meerdere palingen uit het water en die ging hij echt niet terug zetten want die konden we opeten; zo vond hij. Ja toen had ik een probleem, ik wilde hem niet teleurstellen en wilde ook niet dat hij die vissen moest doden. Ik nam een flinke kei en verwachtte dat die palingen met een flinke klap direct uit hun lijden waren verlost, maar nee; daar waren meerdere klappen voor nodig. En die alen gleden voortdurend uit mijn handen. Toen ze eenmaal uit hun lijden waren verlost zuchtte ik: "Dit doe ik nooit meer". Of ik die palingen gestoofd of gebakken heb weet ik niet meer maar we hebben ze opgegeten. Ze zullen me niet lekker hebben gelegen denk ik. Maar onze zoon vond wel dat hij gedeeltelijk voor het avondeten had gezorgd.

Dit heeft er overigens niet voor gezorgd dat mijn voorkeur voor vis is veranderd en ik weet ook wel dat de vissers andere methode hebben voor het doden van vis. Maar ik ben dit nooit vergeten. 


Anneke



zaterdag 9 juni 2012

Mijn voeten, n.a.v. schrijfopdracht 156


Mijn voeten


Ze brachten me schoorvoetend naar school en naar mijn eerste baantje.
Lichtvoetig danste ik de rock 'n roll en jive wat in die tijd de mode was.
Ooit was ik op vrijersvoeten en stapte ik overal op af. Voetstoots nam ik aan dat alle mensen goed waren en dat het leven me veel te bieden had.
Mijn voeten brachten me naar verre oorden waar het warm was en de zee azuurblauw of naar mooie vergezichten hoog in de bergen.
Met voeten alsof ik in de wolken liep stapte ik naar het stadhuis en naar de kerk waar ik mijn partner het jawoord gaf. 
Een jaartje later sloop ik op kousenvoeten naar de wieg om te genieten van mijn baby als hij sliep.
Met zware voeten liep ik achter de baar van velen die me zijn voor gegaan.
Mijn vermoeide voeten van de lange wandeling leg ik nu neer op een bankje voor de stoel waarop ik rusten ga.


Anneke





donderdag 7 juni 2012

Naar aanleiding van de opdracht: 'Toen geld nog niet bestond' (nr. 152) het volgende verhaal:


Van ruilen komt welvaart

Het is een warme, benauwde zomerse dag in juni in het jaar 2012 (vr. Chr.)
Nielle kijkt even op van haar werk op het land en veegt het zweet van haar voorhoofd met een smoezelige punt van de grof geweven stof van de doek om haar hoofd. Ze staat, met een hand boven haar ogen beschermend tegen de zon, te kijken naar de schepen die op de Rijn varen. Ze hoort het klapperen van de zeilen in de wind niet, daarvoor is het net te ver weg. Maar het is wel een mooi gezicht, vooral omdat die schepen heel belangrijk voor hen zijn.
Ze voelt even een warm gelukkig gevoel door zich heen trekken.

Jahon en Nielle hebben zich na hun huwelijksceremonie ergens aan de rand van een dorp in de Veluwe aan de Rijn gevestigd. Daar leven ze van de opbrengst van hun kleinschalige boerenbedrijfje. Vlees, graan en groente worden onderling geruild met de boeren om hen heen. Dat is geen vetpot, maar ze redden het zo met z'n tweetjes. Vooral ook omdat Jahon naast het boerenwerk ook een handige handelaar blijkt te zijn.

Uit de klei van de rivier maken zij aardewerk. De mooi gevormde grote potten worden door Nielle van een fraaie kerfspatelversiering voorzien. Klokbekers noemt men die. Jahon verruilt het aardewerk weer voor andere handige zaken, zoals kleding, stoffen, zout, en vuursteen om werktuigen van te maken.
Dankzij de rivieren de Rijn en de IJssel kan hier goed handel gedreven worden.
Er kunnen schepen gevuld worden en die drijven op hun beurt weer handel langs de kusten van de Noordzee. Ook de oversteek naar Engeland brengt nieuwe handelswaar en handelaren met zich mee terug. Dus Jahon en Nielle zitten op een voor hen gunstige plek. Er komt op de Veluwe een beetje meer welvaart. Het is de tijd waarin de steentijd eindigt in de bronstijd, doordat de schepen voor hun koopwaar ook wat koper en goud hebben kunnen bemachtigen.

Maar het gevaar ligt altijd op de loer. Nielle en Jahon letten altijd goed op hun omgeving. Altijd is er een kans dat binnenvallende stammen hun nederzetting overvallen en het dorp plunderen. De grootschalige ontbossingen voor de landbouw, door de boeren die voorheen jager of visser waren, heeft de bodem uitgeput. Jahon en Nielle hebben het geluk dat ze naast het boeren ook handelaar zijn geworden. Maar de boeren die echt van de opbrengst van de grond moeten leven, trekken weer weg omdat er grote heidevelden ontstaan. En weer jager worden lukt niet omdat al het wild al is gevlucht of uitgeroeid door de mens.

Leven en overleven is het belangrijkst in dit leven. Altijd de zorg om voldoende eten te hebben, altijd de angst dat je wordt overvallen, uitgemoord, verkracht of ontvoerd door andere stammen. Door het geluk dat Jahon en Nielle op zo'n gunstige handelsplek wonen, kunnen zij ruilhandel verichten met de rondtrekkende bronssmeden. Met een beetje geluk kunnen zij zich met hun toekomstige kinderen blijvend vestigen in deze nederzetting en later een groter, ruimer huis bouwen. Het leven gaat snel, de meesten worden niet ouder dan 30 of 40 jaar.
Het hebben van welvaart is de grootste drijfveer van de mens. Dat maakt dat we steeds verder ontwikkelen, van rechtop lopende aapmens tot wat de huidige mens nu is. Bezittingen en status zijn belangrijke zaken geworden, niet alleen maar voedsel en voortplanting. Dat geeft aanzien en macht en kracht om te overleven. Hoe beter de (ruil) handel, hoe groter de kans om te overleven. Met het beetje geluk aan hun kant, zien Jahon en Nielle de toekomst zonnig in. Het is hard werken, maar ze voelen dat ze het gaan redden. Het zal niet lang meer duren voordat er leven is in de schoot van Nielle en dan hebben ze er wel weer een zorg bij, maar als het een gezond en sterk kind blijkt te zijn, is er ook veel geluk. Kinderen betekenen ook een paar extra handen bij het zware werk en als ze oud zijn geworden, weten ze dat de kinderen weer voor hen zullen zorgen.

En zo gaat het al eeuwen door, zolang de mensheid zal bestaan.

( informatiebron: 2000 jaar geschiedenis van de Lage Landen van Jaap ter Haar.)

Nellie van Bekkum

woensdag 6 juni 2012

Dit verhaal is geschreven n.a.v. de schrijfopdracht 'Geld' (nr. 151)


Het geld uit mijn jeugd

Als kind bracht ik mijn ouders in verlegenheid door de sluitzegels langs de deuren te verkopen. Sluitzegels waren postzegels voor een goed doel die men achterop de envelop plakte. Ik was best voortvarend te werk gegaan en had al meer dan tien gulden opgehaald tot mijn moeder erachter was gekomen. Het geld werd in een spaarpot geparkeerd, voor het geval de mensen terugbetaald moesten worden. Ik kreeg een verbod op verkoop van sluitzegels. Dus moest ik mijn geld verdienen met de kijkdoos, waarmee ik langs de terrassen ging en dubbeltjes en stuivers incasseerde.


Ik ken het gevoel van mijn eerst verdiende geld. Vooral omdat ik het contant ontving gaf het een rijk gevoel. Veel rijker dan het geld dat later overgeschreven werd op een rekening, ook al was dat steeds meer. Met een kwartje kon je een zakje chips kopen. Met vijf gulden op zak kon je een hele middag naar de kermis. Bij Ajax kocht ik voor 50 centen een jongenskaartje en zag vanaf het muurtje op de staantribune het elftal dat drie Europacups zou gaan winnen van dichtbij spelen in De Meer.


Wat had het geld nog een waarde en wat werd sparen gewaardeerd! Op school kwam eens per maand een dame van de Rijkspostspaarbank. Ik kreeg dan ’s ochtends een kwartje mee en daar kocht ik bij die dame een zegel van die in een boekje werd geplakt. Het was een plechtige gebeurtenis en was een bladzijde vol dan kwam daar een stempel op een handtekening. Kom daar nu eens om. Ik heb in de kast van mijn vader ooit nog waardepapieren gevonden van een spaar- of pensioenregeling. Dat was een pak papier met handtekeningen en stempels. Het zag er gedegen en deftig uit.
                                                                                                                    Aart

woensdag 30 mei 2012

Na vijf maanden!



De maand juni begint en daarmee hebben we vijf van de twaalf schrijfmaanden achter de rug! Bij deze geef ik twee complimenten weg: een aan mezelf omdat het mij nog steeds - en vrij moeiteloos - lukt om elke dag een schrijfopdracht op mijn blog 'schrijfopdracht' te zetten. Het tweede compliment is voor de schrijfliefhebbers die deze opdrachten elke dag weer gebruiken om er een verhaal bij te schrijven. Dat vergt een discipline die heel wat mensen kunnen opbrengen en die een gewoonte aan het worden is. Als dank een van mijn lievelingscitaten, met een foto die ik op het strandje van 'Koudenhoorn' maakte in Warmond. 
                                                                                    Mia Meijer

dinsdag 15 mei 2012

Verhaal over muziek bij je begrafenis

Schrijfopdracht: Je lievelingsmuziekstuk
Als iemand je zou vragen: wat is voor jou het mooiste muziekstuk, welk nummer, welke song zou je bij wijze van spreken op je begrafenis willen laten horen? Wat zou dan je antwoord zijn?
De vraag wat voor mij het mooiste muziekstuk is, of de mooiste song of het mooiste nummer, is nauwelijks te beantwoorden. Ik ben erg muzikaal en ik houd van vele soorten muziek. Muziek waar ik absoluut niet van houd is moderne jazz, heavy metal en alle aanverwante soorten muziek, smartlappen en chantikoren en opera. Maar het opmerkelijke is, dat juist één gedeelte uit één opera tot mijn lievelingsmuziek hoort. Mijn keuze voor mijn lievelingsmuziek hangt ook sterk af van de vraag bij welke gelegenheid het wordt gespeeld.

Laat ik de opdracht volgen door mijn lievelingsmuziek op te geven voor mijn begrafenis. Zelfs in dat geval kan ik mij niet beperken tot één keuze. Ik zou tijdens mijn uitvaartdienst vanaf mijn wolk vijf muziekstukken willen horen. Het is muziek waarbij mij altijd de tranen in de ogen springen. Niet omdat het treurige muziek is, maar omdat het mij erg raakt. Niet de teksten, maar de muziek.

Zo zou ik mijn uitvaartdienst laten beginnen met "Ihr habt nun Traurigkeit uit Ein Deutsches Requiem van Johannes Brahms. http://www.youtube.com/watch?v=I_gLcp8-i_8  Dan kunnen de aanwezigen even treuren. Daarna wordt het tijd om je gedachten de vrije loop te laten, of even te mijmeren en te mediteren. Dat kan bij de prachtige muziek van Méditation, een intermezzo uit - jawel - de opera Thaïs van Jules Massenet.
http://www.youtube.com/watch?v=luL1T1WQC2k  Daarna krijgen we een overgang naar bepaalde klassieke rock- en popmuziek die ik erg mooi vind. Dat gebeurt met de overpeinzing "You can't always get what you want", een nummer van The Rolling Stones. Ik wil dan deze zeldzame en lange live-uitvoering horen uit 1973 met mooie lange gitaar- en saxofoonsolo's.
http://www.youtube.com/watch?v=fZOlL6pPq4E De tekst gaat weliswaar over iemand die zijn gewenste drugs niet kan krijgen, maar dat is een metafoor.
Om stil te staan bij het feit dat ik veel gitaar heb gespeeld kan dan het nummer "While my guitar gently wheeps" ten gehore worden gebracht. Het is oorspronkelijk een nummer van de inmiddels overleden ex-Beatle George Harrison, maar ik prefereer deze uitvoering met een gitaarsolo van de artiest Prince. http://www.youtube.com/watch?v=b92v6CSN19Q&feature=fvwrel  En dan hup die kist het graf in, want het is de hoogste tijd om het leven weer op te pakken en af te sluiten met een feest. Ik verkies daartoe de uitvoering door Lisa Fischer en Tina Turner van het Rolling Stones-nummer "It's only rock'n roll (and I like it)". http://www.youtube.com/watch?v=3UWCXIerom0&feature=related

Willem Franssen