Van
ruilen komt welvaart
Het
is een warme, benauwde zomerse dag in juni in het jaar 2012 (vr.
Chr.)
Nielle
kijkt even op van haar werk op het land en veegt het zweet van haar
voorhoofd met een smoezelige punt van de grof geweven stof van de
doek om haar hoofd. Ze staat, met een hand boven haar ogen
beschermend tegen de zon, te kijken naar de schepen die op de Rijn
varen. Ze hoort het klapperen van de zeilen in de wind niet, daarvoor
is het net te ver weg. Maar het is wel een mooi gezicht, vooral omdat
die schepen heel belangrijk voor hen zijn.
Ze
voelt even een warm gelukkig gevoel door zich heen trekken.
Jahon
en Nielle hebben zich na hun huwelijksceremonie ergens aan de rand
van een dorp in de Veluwe aan de Rijn gevestigd. Daar leven ze van de
opbrengst van hun kleinschalige boerenbedrijfje. Vlees, graan en
groente worden onderling geruild met de boeren om hen heen. Dat is
geen vetpot, maar ze redden het zo met z'n tweetjes. Vooral ook omdat
Jahon naast het boerenwerk ook een handige handelaar blijkt te zijn.
Uit
de klei van de rivier maken zij aardewerk. De mooi gevormde grote
potten worden door Nielle van een fraaie kerfspatelversiering
voorzien. Klokbekers noemt men die. Jahon verruilt het aardewerk weer
voor andere handige zaken, zoals kleding, stoffen, zout, en vuursteen
om werktuigen van te maken.
Dankzij
de rivieren de Rijn en de IJssel kan hier goed handel gedreven
worden.
Er
kunnen schepen gevuld worden en die drijven op hun beurt weer handel
langs de kusten van de Noordzee. Ook de oversteek naar Engeland
brengt nieuwe handelswaar en handelaren met zich mee terug. Dus Jahon
en Nielle zitten op een voor hen gunstige plek. Er komt op de Veluwe
een beetje meer welvaart. Het is de tijd waarin de steentijd eindigt
in de bronstijd, doordat de schepen voor hun koopwaar ook wat koper
en goud hebben kunnen bemachtigen.
Maar
het gevaar ligt altijd op de loer. Nielle en Jahon letten altijd goed
op hun omgeving. Altijd is er een kans dat binnenvallende stammen hun
nederzetting overvallen en het dorp plunderen. De grootschalige
ontbossingen voor de landbouw, door de boeren die voorheen jager of
visser waren, heeft de bodem uitgeput. Jahon en Nielle hebben het
geluk dat ze naast het boeren ook handelaar zijn geworden. Maar de
boeren die echt van de opbrengst van de grond moeten leven, trekken
weer weg omdat er grote heidevelden ontstaan. En weer jager worden
lukt niet omdat al het wild al is gevlucht of uitgeroeid door de
mens.
Leven
en overleven is het belangrijkst in dit leven. Altijd de zorg om
voldoende eten te hebben, altijd de angst dat je wordt overvallen,
uitgemoord, verkracht of ontvoerd door andere stammen. Door het geluk
dat Jahon en Nielle op zo'n gunstige handelsplek wonen, kunnen zij
ruilhandel verichten met de rondtrekkende bronssmeden. Met een beetje
geluk kunnen zij zich met hun toekomstige kinderen blijvend vestigen
in deze nederzetting en later een groter, ruimer huis bouwen. Het
leven gaat snel, de meesten worden niet ouder dan 30 of 40 jaar.
Het
hebben van welvaart is de grootste drijfveer van de mens. Dat maakt
dat we steeds verder ontwikkelen, van rechtop lopende aapmens tot wat
de huidige mens nu is. Bezittingen en status zijn belangrijke zaken
geworden, niet alleen maar voedsel en voortplanting. Dat geeft
aanzien en macht en kracht om te overleven. Hoe beter de (ruil)
handel, hoe groter de kans om te overleven. Met het beetje geluk aan
hun kant, zien Jahon en Nielle de toekomst zonnig in. Het is hard
werken, maar ze voelen dat ze het gaan redden. Het zal niet lang meer
duren voordat er leven is in de schoot van Nielle en dan hebben ze er
wel weer een zorg bij, maar als het een gezond en sterk kind blijkt
te zijn, is er ook veel geluk. Kinderen betekenen ook een paar extra
handen bij het zware werk en als ze oud zijn geworden, weten ze dat
de kinderen weer voor hen zullen zorgen.
En
zo gaat het al eeuwen door, zolang de mensheid zal bestaan.
(
informatiebron: 2000 jaar geschiedenis van de Lage Landen van Jaap
ter Haar.)
Nellie
van Bekkum