Ik
was vijftien jaar en zag in het regionale weekblad een advertentie staan waarin een noodhulp werd gevraagd in een
bekende bakkerij. Het was maar voor een maand en dat leek me wel wat want het
was vakantie en ik wilde wel even wat
geld verdienen. Als communicatief ingesteld meisje leek het me leuk om
mensen te woord te staan en natuurlijk al die lekkere koekjes en gebakjes te
verkopen.
Op
de advertentie hadden twee personen gesolliciteerd; een vrouw van vijfenvijftig
jaar en ik, het meisje van vijftien jaar, die uiteindelijk uitgekozen werd. De
bakkersvrouw verwachtte een baby en het winkelmeisje was ziek dus hadden ze een
noodhulp nodig. Ik werd helemaal opgenomen in de zaak die bestond uit vader,
moeder, drie kleine kinderen waaronder een ondeugend jochie van vijf jaar, vier
bakkersknechten en een oude bakker. Het was gezellig in de kamer achter de
winkel waar alles aan me werd uitgelegd.
Het
was een drukke zaak en ik stond samen met de bakkersvrouw achter de toonbank.
In de hoek achter de toonbank stond een broodsnijmachine waar ik al meteen mee
aan de slag ging. Het eerste brood mislukte want het was te vers dus leerde ik
even te wachten tot de broden afgekoeld waren. Ik verkocht al gauw brood,
puntjes, gebakjes, koekjes en chocolaatjes. Het water liep me soms in de mond,
de bakker had gezegd dat ik mocht nemen wat ik wilde maar toch durfde ik dat
niet zo. Het verkopen ging me al gauw goed af en ik maakte praatjes met de vaak
vriendelijke klanten. Een oude heer kwam iedere week een suikerbrood kopen. Dat
was de specialiteit van deze Friese bakkerij. Hij vond dat ik op een echte
Friezin leek want ik was lang en had donker haar, ik liet het maar zo want hij
vond het leuk om dat van mij te kopen. Op zaterdag stond ik samen met de bakkersvrouw
de hele dag achter de toonbank want het was een goed lopende zaak. Aan het eind
van die dag ging ik naar huis met een grote zak overgebleven suikerbrood,
bolussen, gevulde koeken, puntjes, krentenbollen maar ook wel eens snoepjes en
drop. De bakker wist dat we thuis een groot gezin hadden en dacht dat we dat
wel konden gebruiken. Ik zie nog de glunderende gezichten van mijn broertjes
die me op zaterdagavond bij het tuinhek op stonden te wachten. "Wat zit er
vandaag weer in die zak?" Het was op hun gezichten te lezen.
Op
de dag dat de baby geboren was werd ik 's-morgens om half zes uit mijn bed
gebeld door een van de bakkersknechten; de karren moesten worden gevuld met
bestellingen. Slaperig zat ik achter op zijn fiets en toen ik aankwam in de winkel
werd ik ingehaald als een heldin. Leuk was dat! Maar toen werd het zaterdag, de
klanten stonden tot buiten in de rij te wachten want ik stond er eerst alleen
voor. De bakker kwam me gelukkig te hulp en later ook twee knechten. Maar het
was allemaal gelukt en ik was trots! Ik had het erg naar mijn zin en vond het
jammer dat de tijd om was want het winkelmeisje was weer opgeknapt en de
bakkersvrouw ook. O, ze wilden me graag houden maar dan voor andere
werkzaamheden maar daar had ik echt geen zin in en ik ging weer naar school.
We
namen nog moeizaam afscheid en de bakker zei:" Wat zijn we blij dat we dat
meisje van vijftien jaar hebben uitgekozen."
Uit
nostalgisch oogpunt gaan we tegenwoordig regelmatig lekkere broodjes,
suikerbrood en gebak kopen in deze winkel. De bakker en zijn vrouw zijn
overleden maar het ondeugende jochie van vijf jaar bestiert de zaak; nu met
grijze haren en nog steeds dat ondeugende lachje op zijn gezicht. Het is er nog niet van gekomen maar ik wil hem nog eens spreken over de tijd van toen.
Anneke
Hij zal het vast ook leuk vinden om deze tekst te lezen, Anneke! Mia
Geen opmerkingen:
Een reactie posten